Door punten toe te kennen aan de stellingen, beoordeel je de HUIDIGE en GEWENSTE organisatiecultuur.

Lees de stellingen en geef openhartig je mening. Voor elke stellingengroep verdeel je 100 punten over de 4 stellingen voor de HUIDIGE situatie en 100 punten voor de GEWENSTE situatie.

De stelling die het beste bij de organisatie past, geef je de meeste punten (bv. 50); de stelling die het slechtste past, krijgt de minste punten (bv. 5). Voor de GEWENSTE situatie geef je aan welke richting je meer of minder op wenst te gaan.

Onderaan elke stellingengroep wordt het totaal aantal gegeven punten getoond. Over elke stellingengroep moet dus 2 x 100 punten zijn verdeeld om door te gaan naar de resultaten. 

Hieronder tref je de resultaten aan verdeeld over de 4 mogelijke cultuursoorten binnen de organisatie. Het resultaat is gebaseerd op de puntenverdelingen over de verschillende stellingen. Heb je aan de ene stelling veel punten gegeven, dan blijven er minder punten over voor de rest. Neem 150 punten als ijkpunt. Scoor je veel lager dan 150, dan passen die beweringen niet bij de organisatie. Scoor je veel hoger, dan passen die beweringen juist wel bij de organisatie. Let op: de omschrijvingen van de cultuursoorten zijn enigszins aangedikt om goed het verschil te kunnen maken. Meestal komen alle cultuursoorten wel in meer of mindere mate voor binnen de organisatie.

Als je binnen het team hebt afgesproken om gezamenlijk de test in te vullen, hebben we nog je gegevens nodig. Wij maken er dan een ‘flashy’ teamrappportage van en komen die graag toelichten tijdens een werkoverleg.

Vul je de test voor jezelf in en wil je graag de resultaten ontvangen? Laat ook dan je gegevens achter en je ontvangt een ‘factsheet’ met resultaten in je mailbox. Voor je eigen archief of om te delen met anderen via mail of social media.

Een resultaatgerichte organisatie waarin de grootste aandacht uitgaat naar het afronden van het werk. De mensen zijn competitief. De leiders zijn opjagers en doelgericht, zij zijn veeleisend. Het bindmiddel dat de organisatie bijeenhoudt is ‘de nadruk op winnen’. Reputatie en succes zijn belangrijk. Voor de lange termijn richt de organisatie zich op ‘concurreren’ en het bereiken van meetbare doelen. ‘Succes’ wordt afgemeten aan het marktaandeel. Een concurrerende prijs en marktleiderschap zijn belangrijk. Kortom, de organisatie is gericht op ‘competitie’.

Een dynamische, ondernemende en creatieve werkomgeving. De mensen steken hun nek uit en durven risico’s te nemen en fouten te maken. De leiders zijn innovatief. Het bindmiddel dat de organisatie bijeenhoudt, is ‘de nadruk op innovatie en vernieuwend bezig zijn’. Voor de lange termijn richt de organisatie zich op groei, het ontwikkelen van nieuwe producten en aanboren van nieuwe markten. Succes wordt afgemeten aan ‘het voorop lopen’. Kortom, de organisatie bevordert initiatief, vrijheid, creativiteit en nieuwe ideeën.

Een zeer vriendelijke werkomgeving waar mensen veel met elkaar gemeen hebben en die veel weg heeft van een grote familie. De leiders worden beschouwd als mentoren en coaches. De organisatie wordt bijeengehouden door loyaliteit en traditie. De betrokkenheid is groot. In de organisatie ligt de nadruk op ‘saamhorigheid’. Succes wordt afgemeten aan de mate van klantgerichtheid en zorg voor de mensen. Kortom, de organisatie hecht grote waarde aan teamwork, ‘iedereen doet mee’ en eensgezindheid.

Een geformaliseerde en gestructureerde werkomgeving. Procedures, instructies of omschrijvingen bepalen wat de mensen doen. De leiders zijn coördinatoren en organisatoren, ze zijn gericht op efficiëntie. Regels en beleid houden de organisatie bijeen. Voor de lange termijn richt de organisatie zich op stabiliteit, in combinatie met een efficiënte en soepel verlopende uitvoering van taken. Succes wordt afgemeten aan de betrouwbaarheid en lage kosten. Kortom, de organisatie is erop gericht om alles soepel te laten draaien.